A.F.A.M. Wetzer, 29 augustus 2004
Bastion Oranjeafmetingen: 84 x 42 x 60 cmmateriaal: brons op een tufstenen sokkel datering: 1970 vervaardigd door: Louis Visser Een naturalistische gans staande in een verdedigende houding met gespreide vleugels en geopende snavel. Deze gans, als symbool van de waakzaamheid, is een gedenkteken voor het feit dat 's-Hertogenbosch in 1967 vier eeuwen garnizoensstad was en is aangeboden door het garnizoen. | 80 |
Op bastion Oranje, gelegen waar de Zuidwal overgaat in Spinhuiswal, staat midden op het grasveld een beeldje van een gans. De gans is van oudsher een symbool van waakzaamheid. In 367 voor Christus werd het Capitool te Rome tevergeefs belegerd door de Galliërs. Het verhaal wil, dat de ganzen, de traditionele bewakers van het Capitool, de verdedigers wekten met hun gekwaak, waardoor de verovering voorkomen werd. Ook de gans op het bastion Oranje staat daar als symbool van waakzaamheid, namelijk de waakzaamheid van het garnizoen. Het door Louis Visser vervaardigde bronzen beeldje werd in 1970 geplaatst als gedenkteken van de viering van het feit dat drie jaar tevoren, in 1967, Den Bosch vier eeuwen garnizoensstad was.
Vestingstad was Den Bosch al eerder, gesticht als zij was door hertog Hendrik I, juist als een vesting in het noorden van zijn hertogdom tegen invallen vanuit Holland en Gelder. Haar verdediging was echter vele eeuwen in handen van de eigen burgerij, de weerbare mannen uit het ambachtsgilden en de latere schuttersgilden. Het functioneerde vele eeuwen goed. Roemde hertog Jan III haar in 1330 in het Privelegium Trinitatis niet als "een veste ende een slot ons lands op dat einde"?
Tot 1567 aan de vooravond van de Tachtigjarige Oorlog bleef de verdediging van de stad in handen van de Bosschenaren zelf. In 1566 had de beeldenstorm plaatsgevonden. Er waren nogal wat calvinistisch gezinden in de stad. In 1567 wisten zij zelfs enige tijde de overhand te krijgen, waarbij Anthonie van Bombergen optrad als militair bevelhebber. Nadat echter op 13 maart 1567 een gedeelte van de troepen van Oranje en Brederode bij Oosterweel bij Antwerpen verslagen waren, namen de leiders van de calvinisten in onze stad de vlucht. De stadsregering haastte zich aan de landvoogdes Margaretha een 'generaal pardon' te vragen. Nu was gebleken, dat de staatsregering onmachtig was afdoende op te treden tegen de opstandigen, moest zij genoegen nemen met de inkwartiering van soldaten van buiten de stad, een garnizoen. Op 29 april 1567 werd Bernard van Schouwenburg door Margaretha benoemd als 'chief et superintendet' van Den Bosch, de eerst militaire gouverneur. Den Bosch werd in 1603 definitief garnizoensstad. Eerst met een Spaanse bezetting, later (na 1629) met een Staatse bezetting, vijandig gezind tegenover de katholiek blijvende stad.
De troepen van het garnizoen werden grotendeels ondergebracht in houten barakken (waar de huisvesting allerellendigst was) of ingekwartierd bij de burgerij. Dat bezorgde de Bosschenaren natuurlijk overlast. Bovendien moesten niet alleen de soldaten gehuisvest worden, maar ook de vrouwen en kinderen.
In 1744 kocht de stad dan ook gronden aan om kazernes te bouwen: de Tobrug-, de Jacobs-, de Mortel- en de Berewoutkazerne. Van de laatste twee staan de gebouwen er nog. De Berewoutkazerne is veranderd in een woonhofje voor bejaarden en de Mortelkazerne (zonder zolderverdieping) is in gebruik bij het Telefoondistrict van de PTT. Hoewel de stad om 1874 haar vestingsfunctie verloor is zij nog steeds garnizoensstad. Er zijn echter geen kazernes meer in de oude binnenstad. De huidige kazernes zijn de Koning Willem I aan de Vlijmenseweg en de Isabella gelegen op historische grond, namelijk op het terrein van het oude fort Isabella, een van de verdedigingswerken van de oude vesting Den Bosch.
|
1983 |
Henny MolhuysenOe gotte kčk daor : De GansBrabants Dagblad donderdag 6 oktober 1983 (foto) |
|
1994 |
Jack SnackersDe GansEen nar in beeldenrijk Den Bosch (1994) 44-45 |